Wie vanaf veerhaven ’t Horntje het eiland op rijdt … ziet ze overal opduiken: schapenboeten.
(de Volkskrant, 08-08-2014)

Texel – schapenboet


Een schapenboet is geen schaapskooi, maar een opslagplaats voor gereedschap en voer. Van Dale geeft als betekenis: ‘{gewestelijk} kleine schuur’. Een schapenboet lijkt wel wat op een grote schuur die doormidden is gezaagd: de voorkant is recht, de achterkant loopt schuin af. Schapenboeten staan met de achterkant naar het zuidwesten gekeerd, m.a.w. met hun kont in de wind.

Boet is een variant van boede. Boet en boede behoren niet meer tot het Standaardnederlands en staan ook niet in het Groene Boekje, maar vroeger was boet, boede een gewoon woord. Het had meerdere betekenissen: ‘klein huis’, ‘schuur’ en ‘kraam’.




In het Noors is het woord nog wel courant. Noors bod (of bu) betekent ‘woonkeet (huisje voor tijdelijk verblijf)’, ‘voorraadhok’ of ‘kraam’.




Referenties
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), lemma boede (gepubliceerd in 1892).
A.A. Weijnen, Etymologisch dialectwoordenboek, 1996, lemma boet/boe/boeie/bo.



» Texel – Fonteinsnol.

» Etymologiebank: het lemma boede.


Geplaatst op 18 augustus 2014.

© de 5e Verdieping 2014