Bargoense/Jiddische woorden uit Cis de man


Wat Bargoense/Jiddische woorden uit Cis de man, een boek van de schrijver-journalist Piet Bakker (1897-1960). Voor de liefhebber.

Ze lijke wel belazerd, die rechters! Mijn heb zo’n stuk befgajes [leden v.d. rechterlijke macht] es drie weken gegeve …

„Ach oorlog – onzin! Let op mijn woorden – dat gaat net als de vorige keer. We blijven neutraal en we varen voor Duitsland en voor Engeland en omdat ze ons allebei nodig hebben voor het bikkesement [eten], laten ze ons met rust.”

„Die Cis is toch zeker een veel te emmese [fijne] knul om ’m door de veiling te late sleure door die luizebosse van de infanterie? ’n Moordgozer [vent, kerel], die Cis!”

„Maak er maar geen gebbetjes [geintjes, grapjes] mee,” zuchtte hij verwijtend.

Eigenlijk is het een gekloft [mooi] span bij elkaar, dat stuk van mij.

„Daar ga je, wachtmeester! Zal dat effe een pest weze, as de dooi invalt? Krijge me geen hassebassie [borrel] meer van de baas!”

„’t Wordt me hier toch te jouker!” [jouker ‘duur’, het wordt me te jouker ‘wordt me te gek’]

„De wachtmeester stond de kaptein glashard door de veiling te sleuren. Wàt ie allemaal poekelde [zei], weet ik niet, maar hij was voor z’n ruige roodkopere boterhammezakkie!”

Hij stak een cigaret op, de onverantwoordelijke! Prompt zag ik twee van mijn jongens naar hun saffiaantjes [sigaretten] zoeken.

„Voor mijn part stoppe ze me een stukkie worst in me toges [achterste]. Dan slepe de honde me wel weg.”




Referenties
Piet Bakker, Cis de man, 1946.



» Wat betekent sikker bij Nescio?
» Gekloft span in Cis de man.
» index


Geplaatst op 20 mei 2015, gewijzigd op 11 juli 2019.

© de 5e Verdieping 2015-2019