Kamperen volgens Van Dale


Kamperen is weer helemaal in, schrijft het Algemeen Dagblad in een artikel waarin drie mij onbekende woorden voorkomen: doelgroepcamping, kramperen en mover.
Eerst de basis: Wat is kamperen? Van Dale: ‘in een tent of een caravan verblijven’.
Citaat uit het AD:

39% van de Nederlanders gaat met caravan of vouwwagen op stap, 31 procent met een tent. De rest [30%] gaat met de camper of zit in een stacaravan.

Prototypisch kamperen doe je met een tent. Maar kamperen met een caravan, vouwwagen of camper kan ook.¹ Een stacaravan is een caravan, dus strikt genomen kampeer je ook als je in een stacaravan zit. Voor mij is dat echter semantisch een brug te ver: stacaravan zou ik clusteren met vakantiehuisje, bungalowpark en verblijfsrecreatie, toercaravan daarentegen met tent, camping, trekken en kamperen.

Kramperen

Kamperen is bovendien geen kamperen meer, vindt hij [een zegsman v.d. ANWB]. “We moeten snel een nieuw woord verzinnen, want de vakanties van nu staan heel ver af van het ‘kramperen’ van vroeger. Het is makkelijker, luxer, en er is een enorme variatie in campings.”

Kramperen, incourant woord, staat niet in Van Dale. Samensmelting van kamperen en creperen, afzien. Hierbij hoort het iconische beeld van de campinggast die gewapend met een rol wc-papier naar het toiletgebouw loopt.
Glamping daarentegen: ‘wijze van kamperen waarbij men van alle gemakken is voorzien’ (Van Dale²). Tent met toilet.

Doelgroepcamping

Daarnaast zijn er meer doelgroepcampings: voor gezinnen, ouderen, of liefhebbers van raften en andere heftige uitstapjes.

Hét hyperoniem van doelgroepcamping is uiteraard het tweede lid van de samenstelling, camping.
Hyponiemen zijn o.a. familiecamping en gezinscamping, jeugdcamping en jongerencamping, seniorencamping, naaktcamping, naturistencamping en nudistencamping, familiecamping en gezinscamping, passantencamping en trekkerscamping.
Níét boerencamping.

Mover
“Iedereen kan nu een caravan inparkeren.” Dankzij de mover, een ‘met een afstandsbediening bestuurbaar instrument op de as van caravans, aanhangwagens e.d. om die zonder gebruikmaking van een auto te parkeren e.d.’ (Van Dale³). Ik stel mij zo voor dat de hypergeorganiseerde seniore kampeerders uit het MAX-programma We zijn er bijna hun caravans met movers op de staanplaats manoeuvreren.




Prototypisch kamperen doe je met een tent.
Prototypisch wildkamperen doe je met een tentje.
Maar afgaande op thrillerauteur Esther Verhoef moet ik mijn begrip van wildkamperen misschien wat oprekken:

‘Berry heeft anderhalf jaar geleden een bestelbus gekocht en opgeknapt, er een bed en keukentje ingezet. We gaan voor het eerst wildkamperen. Met de hond. […] De uiteindelijke bestemming is ons huis in Frankrijk.’

Wildkamperen met een camper kan dus ook al. Gewoon je kampeerbus parkeren in de vrije natuur.




1 Ook in de beleving van Van Dale, want dat definieert camperen als ‘kamperen, rondtrekken met een camper’. Camperen is dan een hyponiem van kamperen.
2 Van Dale, bet. 2, toegevoegd in 2012.
3 Van Dale, voorlopig toegevoegd in 2017.


Referenties
Eefje Oomen, ‘Van kramperen naar luxe luieren’, Algemeen Dagblad, 17-06-2017.
Laura de Jong, ‘Het is nooit zwart-wit’ [interview met Esther Verhoef], de Volkskrant, 17-07-2021.



» De betekenis van glamping.
» De betekenis van kampeerwagen.
» Toercaravan of tourcaravan?
» index


Geplaatst op 26 juni 2017, gewijzigd op 22 juli 2021.

© de 5e Verdieping 2017-2021