Carry van Bruggen, Het huisje aan de sloot

Goudpapieren pakjes shag

“losse vellen tabak, ruig en bruin als dierenhuidjes”


Het voelde als een kleine lexicografische sensatie toen ik in Het huisje aan de sloot, de autobiografische roman van Carry van Bruggen (1881-1932), het woord shag (sjek) tegenkwam. Zo’n woord verwacht je niet zo snel in een boek uit 1921 dat gaat over de kindertijd van een meisje, ergens rond 1890.

De hoofdpersoon van Het huisje aan de sloot, Carry van Bruggens alter ego, is een intelligent en hypersensitief schoolmeisje. In het hoofdstuk ‘Avondwandeling’ wordt verhaald hoe zij niet zoals altijd met haar boodschappenmandje linea recta terugloopt naar huis, maar door het stadje gaat dwalen.

Waarom ging ze niet terug, toen ze had gezien, waarvoor ze kwam? Ze weet het niet en in mijmering zichzelf ondervragend, loopt ze steeds door, steeds verder van huis gerakend, langs den breeden weg, waar de oude boomen staan, tegenover de groote, donkere heerenhuizen met hun rozig-paarse diep-spiegelende kleingeruite ramen; temidden van hun breede tuinen, die glooiend afloopen naar het water toe in koele voornaamheid teruggetrokken schijnen ze de boersche winkeltjes en de vale planken werkmanshuisjes, links en rechts, waartusschen ze staan als verdwaald of verbannen niet te willen zien.

Het loopt tegen de avond, de winkels zijn nog open. De jonge, trotse eigenaar van de nieuwe sigarenwinkel heeft als enige het licht in zijn winkel alvast aangedaan. Voor de verlichte etalage vergapen de mensen zich aan een tinkelende speeldoos, waarop drie satijnen danseresjes ronddraaien onder een boog van exotische sigarenkistjes. ‘Lichttoverij’ is het.

Op de hooge lichtgele doos als op een troon of een podium, waar rondom heen een breede plek van de zacht-groene stof, die de planken bekleedt, eerbiedig is vrij gehouden –, pas daarbuiten liggen de lange witte en de korte bruine pijpen, de goudpapieren pakjes „sjek”, en de losse vellen tabak, ruig en bruin als dierenhuidjes […].




Shag in je baard

Het Engelse woord voor ‘baard’ is beard, het Duitse woord is Bart. De Scandinavische talen hebben echter een ander woord voor ‘baard’, namelijk Deens skæg, Noors skjegg, Zweeds skägg

Shag en skæg/skjegg/skägg zijn verwante woorden.

Nederlands shag is net als Duits Shag ontleend aan Engels shag (tobacco), dat in de betekenis ‘fijngesneden tabak’ in 1789 voor het eerst geattesteerd is.
Engels shag gaat terug op Oudengels sceacga ‘ruig haar, ruige wol e.d.’.²
Oudengels sceacga (> Engels shag) is verwant met Oudengels sc(e)aga (> Engels shaw ‘bossage; kreupelhout’).
Waarschijnlijk zijn Oudengels sceacga en sceaga weer verwant met Oudnoords skógr ‘bos, woud’ (Noors, Zweeds skog).

Het leenwoord shag is in het derde kwart va de 19e eeuw opgenomen in de Nederlandse taal.³ Het is dus goed mogelijk dat Carry van Bruggen het woord als kind had leren kennen.

In Het huisje aan de sloot worden de losse vellen tabak vergeleken met vachtjes: “ruig en bruin als dierenhuidjes”.
Shagtabak lijkt op een hoopje haartjes.


Dirk Glandorf




1 < Oudnoords skegg < Germaans *skagja-.
2 Vgl. Engels shaggy hair ‘lang, warrig haar’.
3 Attestaties uit 1867 resp. 1870: “gesneden Shag-Tabak” (Nieuw Israëlietisch weekblad, advertentie 12-04-1867), “Nieuwe aanvoer Turksche Tabak, dito Shagg, Portorico- en Varina Tabak” (De locomotief, adv. 24-10-1870).


Referenties
Carry van Bruggen, Het Huisje aan de Sloot, 1e druk 1921, p. 215-233.
Oxford English Dictionary (OED), lemma’s shag en shaw (d.d. 13-09-2025).
Harald Bjorvand & Fredrik Otto Lindeman, Våre arveord, 2007, lemma skjegg.
Etymologisch woordenboek van het Nederlands (EWN) 4: S-Z, 2009, lemma shag.
WAHRIG Herkunftswörterbuch, 5. Auflage, 2009, lemma Shag.



» Keizer Wilhelm in Huisje aan de sloot.
» Een baard groeien?
» “Zijn lange jas was groen van ouderdom.”
» index


Geplaatst op 14 september 2025, het laatst gewijzigd op 18 september 2025.

© de 5e Verdieping 2025