“Inmiddels zijn Merel en Gijs al anderhalf jaar een setje.”
(Yvonne Jaspers)

Setje en spannetje, ‘liefdespaar’


Setje is hip, koppel en stelletje zijn neutraal, spannetje is verouderd. Spannetje is een woord dat Nescio wel gebruikte:

En ’t Muiderpoortstationnetje is op die dagen druk van de gesjochte spannetjes die voor vijftig centen de man met een ééndaagsch retour naar Bussum gaan en iedereen is natuurvriend.
(1914, De ontdekking)

4 October Zondagmiddag. Tegen 5 uur op de fiets naar de Buitenveldertsche wandelweg. Zeer helder en koud (noorderwind). […] Een veranderde wereld: er werd niet geroeid en er zaten geen spannetjes op banken.
(1953, Natuurdagboek)

Nescio werd geboren in 1882, in hetzelfde jaar als Willem Elsschot. Uit Elsschots debuutroman:

Hij zette zich neer op de bank waarop Louise en Grünewald zaten, na zich met een blik verzekerd te hebben dat zij een spannetje waren en dat geen enkele bank geheel onbezet was.
(1913, Villa des Roses)

Maar span ‘stelletje’ is wel ouder dan dat. WNT en EWN geven als vroegste attestatie ’t Grijze span, uit een gedicht van Staring uit 1827.




In 1953, het jaar waaruit Nescio’s Natuurdagboekaantekening komt, was Maarten ’t Hart een jongen te Maassluis. In de roman Het woeden der gehele wereld geeft hij een proeve van het Maassluise taaleigen:

De wonderlijke wezens met haarstrikken die elders als meisjes aangeduid werden, heetten bij ons ‘hittepetitjes’. Trouwde zo’n hittepetitje met een gassie, die inmiddels een ‘gozer’ was geworden, dan vormden zij ‘een spannetje’. En zo’n spannetje zette dan vervolgens rap een half dozijn ‘wurmen’ of ‘aposteltjes’ op de wereld.




Referenties
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), lemma spanIII (gepubliceerd in 1933).



» Een gekloft span.
» Teams of mules.
» index


Geplaatst op 16 september 2014, het laatst gewijzigd op 8 oktober 2021.

© de 5e Verdieping 2014-2021