Stekkeren


In de klas:

-  Sanne?
-  Kort douchen.
-  Kort douchen! Nog iemand? Wouter?
-  Stekkeren.
-  Stekkeren?

Stekkeren, een werkwoord uit een tv-commercial van Mitsubishi. Zo noemt Wouter het aansluiten van zijn vaders plug-inhybride op de laadpaal. Dit stekkeren heeft anno 2020 de Dikke Van Dale nog niet gehaald. Het woordenboek geeft slechts één betekenis, namelijk ‘{NL, informeel} hard lopen’. Maarten ’t Hart gebruikt stekkeren in de betekenis ‘lopen’ (niet speciaal ‘hard lopen’), en wel in een spreektalige context.

‘Ik kan maar niet begrijpen,’ zei Graswinckel, ‘dat niemand hem bij jullie naar binnen heeft zien stekkeren. […]’.
(Het woeden der gehele wereld, 1993)

Dus u heb ik laatst op de Willem de Zwijgerlaan zien stekkeren?
(De zonnewijzer, 2002)

[…] maar je ken ook naar lunchroom Strijbos stekkeren, da’s hier om de hoek, op de Mart […]
(De nachtstemmer, 2019)

Volgens het WNT is het Bargoens en is stekkeren ‘lopen’ een betekenisuitbreiding van stekkeren ‘met de prikslee rijden’. Zoals skiën is afgeleid van ski ‘lange lat’, is stekkeren dan afgeleid van stekker ‘prikstok van een prikslee’.




Prisma Groot woordenboek Nederlands (1e druk 2018) geeft bij stekkeren maar liefst 4 betekenissen:

1. voorzien van een stekker
2. {duurzaamheid} met een stekker opladen van een elektrische auto
3. {informeel, ouderwets} hardlopen
4. {informeel} balen, (iets) erg vervelend vinden




Referenties
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), lemma stekker (gepubliceerd in 1934).



» De betekenis van slenteren.
» De betekenis van stiefelen.
» index


Geplaatst op 15 januari 2016, het laatst gewijzigd op 27 oktober 2020.

© de 5e Verdieping 2016-2020