De betekenis van stiefelen


In het Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW) heeft stiefelen twee betekenissen:

{informeel} lopen

In deze betekenis is stiefelen een synoniem van lopen.

{informeel} hard lopen (niet hárdlopen, maar hard lópen)

In deze betekenis is stiefelen een synoniem van benen.

Stiefelen komt van het Duitse woord stiefeln. In de vorige eeuw verscheen het in de Nederlandse taal. De vroegste vermelding die ik heb kunnen vinden, komt uit de Leidsche Courant van 3 januari 1921: ‘En zoo stiefelen we voort, immer verder....’

Het Duitse werkwoord stiefeln is afgeleid van het zelfstandig naamwoord Stiefel ‘laars’. Letterlijk vertaald is stiefelen dus ‘laarzen’.




Stiefelen bij Maarten ’t Hart:

Als je in deze stad langs het water stiefelt, kun je overal komen.
(De kroongetuige, 1983)

Daar komt nog weer iemand aanstiefelen, weer zo’n witjas, o nee…
(De zonnewijzer, 2002)

Op zondagmorgen liep Okke helemaal vanaf ’t Stort de Lange Straat uit om z’n meisje op te halen om samen naar de kerk te stiefelen […].
(De nachtstemmer, 2019)



» De betekenis van slenteren.
» De betekenis van stekkeren.
» index

» Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW): het lemma stiefelen.


Geplaatst op 5 november 2012, het laatst gewijzigd op 23 september 2019.

© de 5e Verdieping 2012-2019