Maarten ’t Hart, een zelfverklaarde schriep

Is een schriep schraapzuchtig?


In het verhaal De weegstoel vertrekt de ik-figuur in alle vroegte – “nog voor het hazengrauwen” – van huis. Hij neemt de kortste weg door het weiland, zijn reiskoffer dan weer links, dan weer rechts zeulend, en bereikt klokslag half zes station Leiden, 7 minuten voordat de trein naar Schiphol vertrekt. De loketten zijn nog dicht, zodat hij geen kaartje kan kopen (het is 1983, er waren nog geen kaartautomaten). De conducteur zegt dat hij onderweg wel langskomt, maar dat gebeurt niet, waarna de ik-figuur tot zijn genoegen constateert dat hij toch mooi een enkeltje Leiden-Schiphol heeft uitgespaard. Een veelbelovend begin van de reis!

Het verhaal zal wel niet 100% feitelijk zijn, althans, je zou verwachten dat een Warmondse miljonair wel een taxi naar Schiphol neemt, maar zoals bekend heeft Maarten ’t Hart een Dagobert Duckachtig gevoel voor geld; zijn vrouw heeft hem zelfs “de grootste schriep der schepping” genoemd. “Die schrieperige kant heb ik van mijn moeder,” zegt de schrijver in een interview met De Telegraaf.

Ik ben voorzichtig met geld, ik wilde het allemaal overhouden voor de oude dag en nou is het zover… Achteraf gezien is het jammer dat ik niet guller en makkelijker heb geleefd. Ik beleef geen plezier aan geld uitgeven. Inhalig ben ik niet, maar als ik het eenmaal heb, kan ik het slecht uitgeven en daar ga ik ver in. Die schrieperige kant heb ik van mijn moeder. Mooi woord, hè, schriep, dat zegt het helemaal. Bij Albert Heijn – een dure winkel – plakken ze min 35%-stickers op producten die net tegen de datum aan zitten. Als ik een stuk geitenkaas van zeven euro voor vier koop, heb ik drie euro bespaard en heb ik een prettig gevoel.

Hij is dus -inhalig/-vrijgevig en een zelfverklaarde ‘schriep’. Is dit een tegenspraak? Als je bij schriep de eigenschap ‘schraperig, schraapzuchtig’ veronderstelt (iemand die altijd het onderste uit de kan wil, uit de kan ‘schraapt’), dan zou hij namelijk géén schriep zijn, want daarbij past dan de combinatie +inhalig/-vrijgevig.

Zijn schriep en schraper synoniemen?
Opvallend is dat de elektronische Dikke Van Dale bij het lemma schraper betekenisonderscheid maakt tussen 2) ‘zeer hebzuchtig, inhalig persoon’ en  3) ‘gierigaard, vrek’. Maarten ’t Hart is een schraper/3.
Bij schriep maakt het woordenboek echter geen betekenisonderscheid; dat woord wordt gedefinieerd als ‘{niet algemeen} gierigaard, vrek’, d.w.z. ‘iemand die gierig, vrekkig is, die veel moeite heeft geld uit of weg te geven’, iemand die op zijn geld zit, kortom -vrijgevig is. Het is goed voorstelbaar dat er voor de taalgebruiker bij het woord schriep, gesteld dat hij het kent, inderdaad geen nuance bestaat: een schriep is gewoon een gierigaard, punt; daarbij speelt +inhalig of -inhalig geen rol.




Referenties
Maarten ’t Hart, ‘‘De weegstoel’’, in De moeder van Ikabod & andere verhalen, 2016.
Marie-Thérèse Roosendaal, ‘Sociale kluizenaar’, Vrij, De Telegraaf, 09-11-2019.



» West-Fries, Zaans kneert, kniert ‘gierigaard’.
» Ophoesten in Het woeden der gehele wereld.
» Maartens vogels.
» Smuigerdje in Het Psalmenoproer.
» Het voortouw nemen in Het Psalmenoproer.
» De grootste schriep der schepping.
» De witte laarsjes in De kroongetuige.
» Recensenten over De kroongetuige.
» Stekkeren bij Maarten ’t Hart.
» De zonnewijzer van Maarten ’t Hart.
» De atypische bouw van Freek Volbeda.
» Opgeschoten knullen bij Maarten ’t Hart.
» In welk jaar speelt De nachtstemmer zich af?
» Genadekruid op een oude plaats delict.
» Het uur tussen hond en wolf.
» index


Geplaatst op 25 november 2019, gewijzigd op 2 december 2019.

© de 5e Verdieping 2019