Als prinsen reden ze de dorpen door


Aanvankelijk was fietsen een hobby van sportieve lieden met geld. Maar een jeugdherinnering van de schrijver Cor Bruijn nuanceert dit beeld een beetje. In Wijd was mijn land vertelt hij dat hij als schooljongen, oudste zoon van een niet bepaald welgestelde kruidenier, in 1896 voor 25 gulden – de vrucht van 7 jaar nijver sparen – bij een smid in Hillegom een fiets had gekocht.¹ Hij was toen 12, 13 jaar oud. Zijn leeftijdgenoot Piet Teeling, zoon van een ‘sociaal’, een socialist, had ook een fiets, “gekregen van de een of andere meneer”.
“Wie bezat er een fiets? Wij! En verder misschien één op de tienduizend!”

Als prinsen reden we de dorpen door op onze vehikels. Luchtbanden kende men toen nog niet. Om de wielen lagen harde caoutchoucbanden, die van Piet waren nog een graadje dunner dan de mijne.²

Maar al na een paar maanden, in de zomervakantie, zakte de fiets van Piet in elkaar en ging de achterband van Cor kapot, een onherstelbaar defect. Na de vakantie gingen ze naar de normaalschool³ aan het Rustenburg in Zaandam om te worden opgeleid tot onderwijzer. Fietsen kon niet meer en een retourtje Zaandam kostte een kwartje, dat was te duur. Bijna dagelijks liepen ze van Wormerveer naar Zaandam. Bijna alle leerlingen van de normaalschool liepen trouwens, ook die uit Westzaan; daarom begon de school pas om half tien. Cor zelf ging omstreeks acht uur de deur uit. Al lopende ‘verdiende’ hij ongeveer 8 cent per uur, schrijft hij, ongeveer 40% van het uurloon van een timmerman.

 

 

1 Wijd was mijn land is een selectie uit de artikelen die Bruijn in 1954-1956 schreef voor het dagblad De Zaanlander.
2 “De eerste fiets met luchtbanden deed om de eeuwwisseling pas haar intocht. Dokter Korteweg was in Wormerveer een van de eersten, die zo’n vehikel bereed, en ik bewonderde hem daarom vurig.” (Wijd was mijn land, p. 35).
3 De normaalschool leidde op tot onderwijzer. De schrijfster Carry van Bruggen (Carolina Lea de Haan, zus van de dichter-jurist Jacob Israël de Haan; Cor Bruijn noemt haar ‘Carolien de Haan’) zat enkele klassen hoger. In 1899 ging Cor Bruijn van de normaalschool naar de kweekschool in Haarlem, waar Jacob Israël de Haan in zijn laatste jaar zat.

 

Referenties
Cor Bruijn, Wijd was mijn land; mijn jeugd aan de Zaan (1883-1899), 1961, 3e druk 1970, p. 35, 68-70, 82-87.

 

» Zes verklaringen voor fiets.
» Een vroege vindplaats van fiets.
» Fiets in zijn prehistorie.
» Frederik vietst.
» Gorter is op zijn fiets gekomen.
» Voort gaan de rijende wielen.
» index


Geplaatst op 20 februari 2016.

© de 5e Verdieping 2016